De achterpoten worden bij het lopen niet gebruikt, de mijt laat ze dan slepen. Piersig (1897)
zag dit ook, zo blijkt uit zijn gedetailleerde beschrijving van deze soort, evenals later
Viets (1936), die overigens schrijft dat ze bij voorkeur op de bodem lopen. Het uiterlijk is
eigenaardig, anders dan de bol- of eivormige gedaante van bijvoorbeeld
Hydrachna,
Limnesia en
Piona. Brachypoda is afgeplat, bij het mannetje (links) is het achterste
deel extra plat:
De foto's hierboven zijn allemaal van de rugzijde. Daardoor zijn de palpen niet goed te zien.
De palpen hebben hebben een typische vorm, met een spatelvormige verbreding van het vierde
lid, zoals op deze foto van de onderzijde te zien is:
Bij de rode vlek zit de mond.
Op de
volgende pagina meer over Brachypoda versicolor.
LITERATUUR:
Piersig, R. (1897). Deutschlands Hydrachniden. Stuttgart. Zoologica 19 (22). 588.
Opgehaald van http://www.archive.org/details/zoologischerjahr1899staz
Viets,K (1936). Wassermilben oder Hydracarina (Hydrachnellae und Halacaridae).
Spinnentiere oder Arachnoidea VII. In: F. Dahl, Die Tierwelt Deutschlands, pg. 368, 369
terug naar:
W A T E R M I J T E N
COPYRIGHT:
Alle afbeeldingen op deze site zijn door
G.H. Visser (Aadorp,
Nederland) gemaakt, tenzij anders genoemd. Alle rechten behoren hem toe. Deze afbeeldingen
mogen op geen enkele wijze anders dan voor eigen privé gebruik aangewend worden. Direct linken
naar of plaatsen van de afbeeldingen op andere websites zonder toestemming nadrukkelijk
verboden. Als u ze voor doelen, waarbij derden betrokken zijn, wilt gebruiken, vraag dan via
een
e-mail goedkeuring aan de auteur. Doel van de foto's is wel dat
ze de interesse in de natuur helpen bevorderen op alle mogelijke manieren. In het bijzonder
worden mensen aangemoedigd die materiaal nodig hebben voor natuurexposities of voor educatieve
doeleinden.
© G.H. Visser 21-08-2011
rev. 05-09-2011
www.microcosmos.nl