Vooraanzicht van dit vreemd gekleurde Limnesia exemplaar. Let op het patroon om de ogen, dit lijkt hier heel anders als op de foto bovenaan de eerste pagina over dit exemplaar. Het lijkt alsof de inwendige structuren zich af en toe wijzigen en dat dit zichtbaar is door de transparante huid, iets wat ik vaker gezien heb bij andere soorten. Misschien is dit een peristaltiek van de organen?
De afmetingen van de pootleden van het derde en vierde pootpaar wijzen ook op marmorata, al zitten ze aan de bovenkant van de door Van Haaren & Tempelman (2009) opgegeven marges. )¹ Verder klopt het kleinere aantal zwemharen op het derde pootpaar met hun opgaven.
Op de detail uitsnede hier rechtsonder zijn de palpen te zien met de kegeltjes (rode pijl). De stiftjes zijn niet of nauwelijks te zien op deze foto, wel de kenmerkende samenloop van de binnenrand van de eerste epimeren (o.a. Besseling, 1964). Aangeduid met de gele pijl.
De onderkant van deze mijt laat het kenmerkende epimerenpatroon van Limnesia maculata/marmorata zien en de nauwe genitaalopening, die voor het vrouwtje kenmerkend is. Het genitaal heeft verder niet de duidelijke peervorm van L. maculata, de vorm is hier meer langgerekt (zie ter vergelijking een maculata exemplaar). De afstand van de voorste twee nappen tot de onderste twee is groter dan de napdoorsnede. Het genitaal is daarmee typerend voor L. marmorata (Van Haaren & Tempelman, 2009). De strook links van het genitaal is een vuiltje, want op de foto hierboven is het niet aanwezig.
De voorrand van het lichaam ligt ver voor de voorrand van de epimeren. Daarom denk ik dat dit een sterk opgezwollen exemplaar is. Het lijkt alsof deze watermijt opgeblazen is door een witte massa in het lichaam. Een ander Limnesia marmorata exemplaar, wat ik later vond, was kleiner.
)¹ Voor dit exemplaar, (op foto gemeten met meegefotografeerde
micrometer):
IIIp4: 280µm, IIIp5: 310µm, IIIp6: 280µm
IVp4: 320µm, IVp5: 320µm, IVp6: 310µm
Literatuur: zie de lijst op de eerste pagina.