
Cybister lateralimarginalis
EEN PERFECTE ZWEMKEVER. Nog meer gestroomlijnd en afgeplat
dan de gewone Geelgerande watertor en met brede, afgeplatte achterpoten. De grootste breedte
van het lijf ligt achter het midden.
Een mooie kever: zwart met een gouden biesje over de randen. In helder, gericht licht heeft
de kever een groene glans, bovendien blijkt het zwart dan feitelijk een heel donker groen te
zijn. In het water is verwisseling met de
pikzwarte
watertor mogelijk, maar de goed zichtbare, gelijktijdig bewogen achterpoten sluiten die
uit.
Die zwempoten liggen door het korte achterlijf relatief ver naar achteren, een beetje zoals
bij duikeenden. Net als bij deze vogels heeft die aanpassing tot gevolg dat de tuimelaar op
het land slecht loopt.
In een schepnet maakt hij wilde, ongecontroleerde sprongen met de sterke achterpoten,
vandaar de naam. Hij is in staat om uit een ondiep net te springen! Grote doornachtige
uitsteeksels op de achterpoten helpen de kever bij het kruipen, ik heb gezien dat hij op een
flauw hellend vlak verrassend snel vooruit schuifelt. En deze kever kan uitstekend vliegen,
zodat hij alleen een stukje uit het water hoeft te kruipen, waarna de wereld voor hem open
ligt.
De onderkant van de Tuimelaar is gladder dan die van de Geelgerande watertor, bleekgeel en
doorschijnend. Ik heb gezien hoe de kever zich voor een rustpauze even klem zette tussen een
waterplant en de bodem. Door zijn gladde onderkant lukte hem dat met weinig inspanning. Hij
kan zich daardoor goed verstoppen: onder de wortels van waterplanten vind je hem haast niet
terug. Vaak wordt de snelheid van de kever opgegeven als reden dat hij weinig gevangen
wordt, ik heb meer de indruk dat het wegkruipen de oorzaak is. Want de kever kán snel, maar
zwemt vaak juist heel bedaard.

De larve

De pop
De larve van deze kever wordt vaker gevangen dan de kever
zelf. Hij lijkt veel op de larve van de geelgerande waterkever, maar verschilt op een aantal
punten. Hij kan niet in een "S-vorm" aan het water oppervlak hangen, maar moet op
waterplanten of de bodem steunen om de achterlijfspits aan de oppervlakte te krijgen. De
larve leeft van waterinsecten, die uitgezogen worden. Hij kan uiteindelijk 8 cm groot
worden, en kruipt dan uit het water om dicht bij de oever een verpoppingscel te maken in de
modder. Daar verpopt hij dan (foto rechts) en na ongeveer 4 weken komt de kever uit de
pophuid.
terug naar: WATERKEVERS 1
COPYRIGHT:
Alle foto's op deze site zijn door
G.H. Visser (Aadorp,
Nederland) gemaakt, tenzij anders genoemd. Alle rechten behoren hem toe. Deze foto's
mogen op geen enkele wijze anders dan voor eigen privé gebruik aangewend worden. Als u ze
voor doelen, waarbij derden betrokken zijn, wilt gebruiken, vraag dan via een
e-mail toestemming aan de auteur. In het bijzonder worden mensen
aangemoedigd die materiaal nodig hebben voor natuurexposities of voor educatieve
doeleinden.
© G.H. Visser 12-05-2008
rev 09-10-2024
This page in English
Engelstalige pagina
https://www.microcosmos.nl
