Aan de drie puntig uitlopende kopstreepjes is te zien dat dit Micronecta scholtzi is. De nimf op het eerste plaatje lijkt smal, maar dat komt omdat de rand, die hem een eivorm geeft, erg doorschijnend is. Tussen de oranje en groene rugvlekken zie je twee vertakte lichte lijnen: vermoedelijk de hoofdtracheeën, of adembuizen, die eindigen in de vreemde aanhangsels aan het achtereind. Vooral aan de rechterzijde van het insect is het goed te zien. Tussen de groene vlekken en de heldere zoom zie je witte puntjes: de stigmata of huidmondjes. De nimfen hebben geen (dek)vleugels en kunnen dus geen lucht op de rug opslaan, ook lijkt er geen luchtbel op de buik te zijn. Ze komen dan in deze stadia ook niet boven om lucht te halen. Let op de donkere vlekken: dit zijn vermoedelijk de stinkklieren die veel wantsen hebben, hier niet voor de verdedigende stank, maar mogelijk een functie voor de ademhaling. De nimf op het tweede plaatje is al wat massiever en de vleugelaanleg rijkt tot over het eerste segment met klieren, wat betekent dat dit het vijfde en laatste nimfstadium is, de volgende fase is de volwassen wants. vleugelaanleg te zijn. De linker nimf zou dan stadium vier kunnen zijn. (D. Tempelman & T. van Haaren, Water- en Oppervlaktewantsen van Nederland 2009, verwijzing zie de vorige pagina).