watervlooien,daphnia e.a.
Watervlooien
BIJNA IEDEREEN KENT ZE WEL: WATERVLOOIEN. Als je een fijnmazig netje door een sloot of vijver haalt, zitten er altijd wel een paar in, soms zijn ze zo massaal aanwezig dat ze als een laagje gelei in het net liggen. Als je een dergelijk laagje in een potje slootwater doet, krioelt, huppelt en springt het allemaal door elkaar - vandaar de naam watervlooien, of waterluysen, zoals vroegere schrijvers ze noemden. Niet alles wat zo in het net komt is een watervlo: tussen de kleine in het water zwevende organismen (plankton, "het wandelende") zitten ook veel andere kleine organismen.
Haftenlarf
larve eendagsvlieg
De wat grotere beestjes, die je ook vaak in het net krijgt en wild door het potje schieten, zijn larven van ééndagsvliegen (haften), zie het plaatje rechts. Rode of groenige stipjes die wat trager door de troep bewegen en, nauwkeuriger bekeken, op kleine spinnetjes lijken zijn watermijten. Andere beestjes die vaak tussen de watervlooien zitten zijn roeipootkreeftjes, mosselkreeftjes en de karperluis. De "echte" watervlooien zijn bruinige of witte, voortdurend "huppende" ronde diertjes: meestal daphnia's. Natuurgidsjes maken meestal onderscheid tussen watervlooien en roeipootkreeftjes (copepoda) en dat zijn inderdaad verschillende groepen kreeftachtigen (crustaceae). Dus hebben ze ook niets te maken met gewone vlooien, die bij de insecten horen. Even een stukje taxonomie (indeling) volgens http://www.faunaeur.org (gezien dec 17 2006). Lezers die taxonomie vervelend vinden, kunnen het schema rustig overslaan en verder lezen.
STAM Onderstam Klasse Onderklasse
Arthropoda
(geleedpotigen)
Crustaceae
(kreeften)
Branchiopoda
("vertakt-potigen")
Phyllopoda (bladvoetkreeftjes) Cladocera (watervlooien)
Sarsostraca
Malacostraca
Maxillopoda Copepoda (roeipootkreeftjes)
Ostracoda (mosselkreeftjes)
Chelicerata
Spinnen,Schorpioenen
Hexapoda
Insecten e.a.
Myriapoda
Miljoenpoten
Deze groepering is vaak veranderd, de kreeftachtigen zijn lastig in te delen. Het bovenstaande overzicht is beperkt tot een aantal takken. De drie groepen kleine kreeftjes die besproken worden zijn de Cladocera, de Copepoda en de Ostracoda. Dat zijn dus drie verschillende taxa: respectievelijk een onderorde, een onderklasse en een klasse.
Watervlooien zijn kreeftjes waarvan de poten omgevormd zijn tot ongelede met bladachtige kieuwen en zeven. De pootjes worden door de bloeddruk in model gehouden en zijn zakvormig. Het eerste paar voelsprieten(antennen) is meestal klein en bevat reuk- en tastorganen. Het tweede voelsprietenpaar is omgebouwd tot een paar gespierde roeipoten met vertakkingen. Watervlooien lijken groter en boller door de typerende omhullende schaal, die uit twee op de rug met elkaar vergroeide helften bestaat. De schaal vormt ook een soort helm over de kop, die vaak in een snavelachtige punt uitloopt. Links zie je een dode watervlo waar de schaal af is. Omdat de schaal vaak als een oester is afgevlakt zijn veel watervlooien in de breedte sterk afgevlakt en zien ze er van voren en achteren gezien smal uit. De schaal groeit uit het nekgedeelte en wordt van tijd tot tijd vervangen. Bij sommige soorten zitten er aan de schaal en de helm in de zomer lange punten. Aan de buikzijde wijken de schaalhelften uiteen en daar wervelen de voortdurend in beweging zijnde kieuwpootjes een pulserend waterstroompje doorheen, wat verse zuurstof en voedsel brengt. Deze beweging is heel complex, de pootjes vormen samen zeefkamers waar het water uitgeperst wordt en de voedseldeeltjes uitgezeefd en naar de mond gevoerd worden, en dat in een ritme van 200 tot 300 keer per minuut. Sommige soorten zoals Daphnia doen dit zwemmend, andere zoals Sida en Simocephalus terwijl ze aan planten en dergelijke hangen. Eurycercus en diverse andere soorten lopen en kruipen over waterplanten en draadalgen met de voelsprieten. Met hun kieuwpootjes grazen ze algen en ander microscopisch aangroeisel er af. Weer andere soorten woelen in de afvallaag (detritus) op de bodem. Aan de rugzijde hebben vrouwelijke watervlooien een broedruimte. Hierin zitten eieren die uitgroeien tot jonge dieren die uit de broedruimte zwemmen. Ik zag dat eens gebeuren bij een watervlo die opgegeten werd door een eirond watertorretje, als een reddingsbootje zwom een jonge vlo weg uit de onfortuinlijke moeder... In de herfst worden andere eieren gemaakt, die ingekapseld worden in een zogenaamd ephyppium (paardenzadel, zo genoemd naar de vorm van dit kapsel). Deze overwinteren en in het voorjaar komen er weer (vrouwelijke) watervlooien uit.


terug
terug naar: OVERIGE DIEREN

Pagina route: INDEX » watervlooien e.a. » watervlooien, echte

COPYRIGHT:
Alle foto's op deze site zijn door G.H. Visser (Aadorp, Nederland) gemaakt, tenzij anders genoemd. Alle rechten behoren hem toe. Deze foto's mogen op geen enkele wijze anders dan voor eigen privé gebruik aangewend worden. Als u ze voor doelen, waarbij derden betrokken zijn, wilt gebruiken, vraag dan via een e-mail toestemming aan de auteur. In het bijzonder worden mensen aangemoedigd die materiaal nodig hebben voor natuurexposities of voor educatieve doeleinden.
© G.H. Visser 02-11-2006
rev 13-10-2007


This page in English english Engelstalige pagina

https://www.microcosmos.nl

Valid XHTML 1.0!