terug

Dytiscus marginalis - de Larve


Klik op één van de plaatjes voor een grotere afbeelding.
Geelgerande watertor, larve, 14-06-2010
Dytiscus marginalis
Geelgerande watertor, larve

De larve op de foto links is nog jong. Hij hangt hier stil aan het wateroppervlak en ademt door de twee openingen aan het staarteinde, die contact maken met de lucht boven het water. In deze favoriete positie wacht de larve tot een mogelijke prooi in de buurt komt (of dat hij zelf prooi dreigt te worden). De larve is meestal lichter dan water, zodat als hij zijn houvast aan planten of de bodem loslaat, hij langzaam naar boven stijgt, tot hij in deze positie zit. Dat moet regelmatig gebeuren, anders onstaat een zuurstof tekort en zou het dier sterven.

Hieronder een foto van het staarteinde, van bovenaf gezien. De gaten zijn de uiteinden van twee relatief grote luchtbuizen. Deze lopen door het hele lichaam.

Geelgerande watertor staartplaat, 14-06-2010

Door de fysieke eigenschappen van de "staartplaat" blijven de ademhalingsopeningen droog. De geveerde uitsteeksels (cerci) blijven onder water en geven de larve waarschijnlijk steun bij de houding, veel waterkeverlarven hebben twee van dergelijke aanhangsels.





de Larve


Geelrand larve, jong
Dytiscus marginalis
Geelrand larve, jong

De pasgeboren larfjes lijken hulpeloze microgarnaaltjes en worden graag opgesnoept door andere insecten of vissen. Maar zelf zijn ze ook niet mis: nog maar net uit hun ei gekropen, eten ze al kleinere diertjes, of desnoods elkaar op. Ze vervellen een paar keer en groeien verbazend snel. Hun vorm wordt dan goed zichtbaar: een glazige, slanke rups met zes lange poten en schrikwekkende, sikkelvormige kaken. Ze moeten snel groeien en eten dan ook veel: ze zijn vraatzuchtiger dan de volwassen kever. Links zie je een nog jonge larve van een centimeter of twee. Ze kunnen door de ingeademde lucht lichter worden dan water. Langzaam stijgen ze dan verticaal op, vaak zonder hun poten te gebruiken, tot ze in hun geliefkoosde houding, het lichaam in een S gebogen, met de achterlijfspits aan de waterspiegel hangen. Twee ademopeningen aan het achtereinde ventileren de luchtkanalen (tracheeën), twee kleine uitsteekseltjes (cerci) bieden steun aan het achterlijf tegen de waterfilm. Zo hangt de larve schijnbaar levenloos, tot een klein visje of insect in de buurt komt. De larve is plotseling zeer attent: met een katachtige ruk wordt het lichaam in aanvalspositie gedraaid, de kaken verder opengesperd, komt de prooi binnen grijpafstand dan schiet de kop als een bliksemschicht uit - en ge'pierced' tussen de sikkels spartelt het slachtoffer... Dan begint een gruwelijk, maar boeiend schouwspel: door de kaken, die hol zijn, wordt een bruin vocht in de prooi gepompt. Dat is giftig en eiwitoplossend, een akelig einde voor het snel minder tegenstribbelende dier. De vloeistof wordt even later weer opgezogen, samen met het eerste opgeloste voedsel. Dit proces herhaalt zich: duidelijk is door de kaken de stroming te zien, evenals in de kop, waar de stromen bij elkaar komen in een buis: het spijsverteringskanaal. Na een half uur zijn de meeste prooien grotendeels verteerd: een slap vel is soms het enige wat van sommige insecten overblijft. De larve laat de rest vallen, en even later hangt hij weer klaar, de kaken uitnodigend open. Hij valt ook grotere dieren dan hijzelf aan: als een niet loslatende terrier blijft hij aan visjes hangen, zodat hij gevaarlijk kan worden voor de kleinere goudvissen in de vijver. Met de zwemharen aan de poten kunnen ze ook langzaam door het water zwemmen, de zwemharen aan de staart worden gebruikt om met een staartslag weg te schieten bij dreigend gevaar.


Volgroeide larve.
Dytiscus marginalis
Geelrand larve, laatste stadium

Na elke vervelling groeit de larve tot hij zo'n zeven centimeter lang wordt. De volgroeide larve is dik en zwaar, hij hangt niet meer aan de oppervlakte, maar zoekt ondiepten op om nog met de staartpunt te kunnen 'snorkelen'. Uiteindelijk eet hij niet meer en kruipt uit het water, waar hij vlak bij de oever een holletje graaft om zich te verpoppen. Na enkele weken barst de kever uit de pophuid. Hij is eerst nog zacht en roomwit. Na een paar dagen is de chitine uitgehard en donker verkleurd. Dan pas werkt de kever zich uit de grond.




Literatuur:

Zie ook de LITERATUURLIJST waterkevers en de literatuurlijst op de eerste pagina.

Aichinger, F. 2017 Bemerkungen zur Aufzucht von Dytiscus marginalis L., 1758 (Coleoptera: Dytiscidae) Koleopterologische Rundschau 87 27-30 Wien sept 2017
Opgehaald 25 maart 2024 van: https://www.zobodat.at/pdf/KOR_87_2017_0027-0030.pdf

Alt, W. 1912 Über das Respirationssystem der Larve von Dytiscus marginalis L.Zeitschrift für wissenschaftliche Zoologie 99 414-443
Generated 15 March 2024 7:00 AM
https://www.biodiversitylibrary.org/pdf4/1682039i00037609.pdf

Blunck,H. feb 1923. Krankheiten, Feinde und Schmarotzer des Gelbrands. Zoologischer Anzeiger 57 1923 296-328
Opgehaald 14 maart van:
https://ia601603.us.archive.org/1/items/biostor-278240/biostor-278240.pdf

Blunck,H. maart 1923. Zur Kenntnis des »Breitrands« Dytiscus latissimus L und seiner Junglarve. Zoologischer Anzeiger 57 1923 157-168
Opgehaald 14 maart van:
https://ia804709.us.archive.org/12/items/biostor-278221/biostor-278221.pdf

Drummond, H., William Wolfe, G. 1981. An Observation of a Diving Beetle Larva (Insecta: Coleoptera: Dytiscidae) Attacking and Killing a Garter Snake, Thamnophis elegans (Reptilia: Serpentes: Colubridae) The Coleopterists Bulletin (35) 1 Maart 1981
Gelezen 2 maart 2024 op:
https://www.jstor.org/stable/4007884

Hendriks, P., van Dijk, G., 2022. Maakt de gewone geelgerande waterroofkever Dytiscus marginalis zijn reputatie als rover waar? Entomolgische berichten 82 (1) 2-8
Opgehaald 2 maart 2024 van:
https://www.b-ware.eu/sites/default/files/publicaties/Hendriks%26vanDijk_entomologische_berichten_2022.pdf

Hendriks, P., van Dijk, G., 2022 Verpopping van de veengeelgerande waterroofkever (Coleoptera: Dytiscidae Dytiscus dimidiatus) Entomolgische berichten 80 (2)
Opgehaald 14 maart 2024 van:
https://www.researchgate.net/publication/373923382_Verpopping_van_de_veengeelgerande_waterroofkever_Coleoptera_Dytiscidae_Dytiscus_dimidiatus






HOOFD Index   Kevers1   Kevers2   Wantsen   Wantsen   Libellen   Overige insecten   Overige dieren  

terug
terug naar KEVERS 1


This page in English language english Engelstalige pagina


COPYRIGHT:
Alle afbeeldingen op deze site zijn door G.H. Visser (Aadorp, Nederland) gemaakt, tenzij anders genoemd. Alle rechten behoren hem toe. Deze afbeeldingen mogen op geen enkele wijze anders dan voor eigen privé gebruik aangewend worden. Direct linken naar of plaatsen van de afbeeldingen op andere websites zonder toestemming nadrukkelijk verboden. Als u ze voor doelen, waarbij derden betrokken zijn, wilt gebruiken, vraag dan via een e-mail goedkeuring aan de auteur. Doel van de foto's is wel dat ze de interesse in de natuur helpen bevorderen op alle mogelijke manieren. In het bijzonder worden mensen aangemoedigd die materiaal nodig hebben voor natuurexposities of voor educatieve doeleinden.
© G.H. Visser 04-03-2024
rev. 25-03-2024

Valid XHTML 1.0!

https://www.microcosmos.nl/nbeet1/dytiscus.htm